Jacques Nieuwlaat

Mastercaller en Dartscommentator

"Je kunt geen wedstrijden winnen door goed te rekenen,
maar wel verliezen door slecht te rekenen"

Kan je even vertellen wie Jacques Nieuwlaat is en vanwaar we jou kennen?

Ik ben Jacques Nieuwlaat, 52 jaar en woon in Delft in Nederland. Ik heb een lange geschiedenis in het Nederlandse darten. Ik speelde eind jaren 80 al bij de jeugd en daarna bij de senioren. Ik zat heel dicht tegen het Nederlandse team aan, in een tijd waarin Leo Laurens en Stefan Eeckelaert nog de beste in Europa waren.

Ik was en ben nog steeds hele goede vrienden met Raymond van Barneveld. We hebben veel samengespeeld en gereisd, maar op een bepaald moment is hij blijven darten terwijl ik me op mijn gezin heb gefocust en daardoor het darten op een laag pitje kwam te staan. Ik ben toen als scheidsrechter begonnen en nam als eerste op het vasteland van Europa het ‘scheidsrechteren’ een beetje serieus. Al vrij snel deed ik grote toernooien zoals de Dutch Open en toernooien in Engeland.

Toen Raymond van Barneveld wereldkampioen werd in 1998 was er behoefte om bij het commentaar op televisie wat meer (reken)kennis te voorzien en vroegen ze mij een screentest de doen. Sinds die tijd ben ik als commentator verbonden aan het darts, inmiddels 24 jaar.

Hoe ben je zelf in contact gekomen met schrijven en rekenen? Hoe heb je dat geleerd?

Meteen van jongs af aan. Een vriend op de middelbare school nam me een keer mee naar een heel groot darts- en snookercentrum in Den Haag. De eigenaar, Roland Scholten, was toen één van de beste spelers van Nederland. Met hem heb ik in het begin veel gereisd naar allerhande Nederlandse ranking toernooien.

Met Roland gingen toen altijd twee andere spelers mee. Bert Vlaardingerbroek was toen de nummer één van Nederland en Raymond van Barneveld. Ik had geen rijbewijs en mocht meerijden op voorwaarde dat ik hun wedstrijden schreef. En zij kwamen natuurlijk altijd heel ver in zo’n toernooi, dus ik moest altijd heel veel schrijven op z'n dag.

En zo heb ik het schrijven wel flink onder de knie gekregen. Uiteindelijk is het veel doen wel gewoon dé manier om het te leren. En het heeft mij heel veel reiskosten bespaard 😀.

Wat is de voornaamste raad die je aan starters of mensen die angst hebben voor het bijhouden van de score zou kunnen meegeven?

De beste tip voor iedereen, van een laag tot een hoog niveau en zelfs voor de professionelen, is je fouten zo snel mogelijk achter je te laten. Iedereen maakt namelijk fouten. Zelfs de grote callers zitten er weleens naast.

Een goede schrijver vergeet snel dat hij een fout heeft gemaakt. Want als je eenmaal een fout hebt gemaakt en je laat het niet los, dan blijf je er maken. En dan kom je er gewoon niet meer uit. Iedereen maakt weleens een foutje, maak je er niet te druk om, gewoon verder gaan.

Heb je nog tips of tricks die je zelf toepast op het moment dat je moet schrijven of callen?

Ik geef op scholen wel eens uitleg over hoofdrekenen aan de hand van een dartbord en ik zeg dan altijd: de tafel van 10 zit op ieder dartboard. En 18 keer 10 weet iedereen wel, dat is 180, gewoon een nulletje erachter. Maar als je eenmaal de tafel van 18 kent, dan heeft 18 geen geheimen meer voor je.

Het kenmerk van een snelle en een goede scheidsrechter is dat die niet ieder vlakje apart hoeft te berekenen. De triple 18 is voor een scheidsrechter niet ‘drie keer 18 dus 54’, maar dat vlakje is gewoon 54. En dan hoef je dus ook alleen maar drie getallen bij elkaar op te tellen in plaats van dat je misschien wel acht of negen getallen bij elkaar moet optellen en vermenigvuldigen.

Zo maak je het voor jezelf al een stuk makkelijker. En die vlakjes, die krijgt iedereen over het algemeen wel vrij makkelijk in zijn hoofd. Dus de triple 16 is 48 en dubbel 16 is 32. Daarmee kom je hier vaak al een heel eind.

Schrijvers en scheidsrechters weten dat iemand op 141 in principe eerst triple 20 gooit. Zit die erin, dan komt triple 19, dan dubbel 12.

Wordt die dubbel 12 echter ‘inside’ gemist, dan weet plots niemand meer wat er gegooid is. Maar dat is op te lossen: je haalt de resterende 12 van de 141 af. Scheidsrechters tellen dus niet drie pijlen op, maar die trekken wat er over blijft af van de beginscore. Dan weet je dat hij 129 heeft gegooid. Dat is makkelijker dan het hele getal nog een keer opnieuw uitrekenen. Die checkroutes worden op de duur trouwens een beetje voorspelbaar.

Over uitchecken gesproken, zijn er ook spelers die jou gek maken omdat ze heel onbekende routes nemen?

Ja natuurlijk. Je ziet dat steeds meer tegenwoordig, met name bij de wat jongere spelers. De oude spelers zijn wat traditioneler in het finishen. Maar de laatste jaren zie je ze vaak voor dubbel-dubbel gaan bijvoorbeeld. Dus ze staan bijvoorbeeld op 96, de eerste pijl gaat een enkele 20, maar zit vervelend in de weg. Nou dan gaan ze voor dubbel 18 en tops. Maar tegenwoordig zie je ook zelfs dubbel 19 + dubbel 19.

Maar ik begin altijd bij de basis: probeer tientallen te maken. 8 en 2 is 10, 6 en 4 is 10, 7 en 3 is 10. Dus als iemand een 17 en een 13 gooit, dan is dat makkelijker optellen dan een 17 en een 15. Probeer het jezelf makkelijk te maken door die tientallen eerst te zoeken.

Veel spelers geven aan na een wedstrijdje schrijven bekaf zijn omdat het heel veel concentratie vraagt. Is dat bij jou ook nog het geval?

Op een competitieavondje valt dat wel mee, ik heb daar niet zo heel veel last van. Maar zeker na een lange toernooi-dag waarbij je 8 of 9 wedstrijden op een avond schrijft kan dat mentaal zwaar zijn. En dan is de concentratie behouden vaak moeilijk.

Het is vaak makkelijker om je concentratie te bewaren bij ‘snelle’ spelers, die ook nog eens moeilijk rekenen. Dan heb je geen tijd om aan andere dingen te denken. Bij de tragere spelers gaan je gedachten gewoon een andere kant op.

Justin Pipe was bijvoorbeeld één van de langzaamste spelers ooit. Dan stond ik op het podium en zag ik de eerste pijl erin gaan. En dan begon ik te af te dwalen: straks naar het hotel, dan mijn koffer pakken... Dat stond je te denken terwijl hij aan het gooien was. Dan gooide hij zijn laatste pijl erin, had hij toch iets raars gedaan en dan wist je het even niet meer.

Bij snelle spelers krijg je niet de tijd om aan andere dingen te denken. Dat vind ik wel fijn. Ik weet nog de eerste keer dat ik bij de PDC als scheidsrechter werkte. Ik kreeg op het EK zo’n ‘fijne’ wedstrijd tussen Jelle Klaassen en Vincent van der Voort. Beide zijn heel snel en Jelle rekent ook nog wel eens op zijn eigen manier. Maar ik vond het eigenlijk heel fijn, want ik wist meteen, OK, dan moet ik scherp zijn en dan maak ik ook geen fouten. Dus het hielp mij eigenlijk dat de spelers snel waren. Ik heb altijd liever snelle spelers dan trage spelers.

Op lokale toernooien wordt nog met de hand geschreven, maar er is wel de roep om meer tablets in te gaan zetten. Wat vind je van die evolutie?

Ja, het is een beetje half-half, zeg ik heel eerlijk. Ik denk dat je die vooruitgang niet tegen kunt gaan. En de voordelen van schrijven op een tablet zijn echt groot. Er worden eigenlijk geen rekenfouten meer gemaakt. En het systeem erachter regelt het hele toernooi, zonder dat je hele bossen moet kappen om papieren te verzamelen.

Maar de hoofdrekenkunsten van de meeste spelers gaat er daardoor ook wel een beetje op achteruit, en dat is geen pluspunt. Maar uiteindelijk kun je de vooruitgang ook niet tegenhouden, vermoed ik. Dus we zullen dit wel steeds meer gaan doen.

DartConnect is wellicht het bekendste systeem op dit moment. Daar zitten zoveel gebruiksvriendelijke dingen in dat je wel gek zou zijn als je dat niet zou gebruiken. Je kan een hele rekensom ingeven voor één score: drie keer 19 plus twee keer 20 plus één keer 18 en dat rekent het voor je uit. Maar of mensen er nou per definitie beter van gaan rekenen, dat denk ik niet. Dus ik ben er altijd wel voor dat je die basis van het zelf rekenen toch een beetje houdt.

Omdat je van dat rekenen ook een betere speler wordt?

Ja, één van de belangrijkste kenmerken van een goede darter is ‘ritme’. Het hoeft niet altijd een snel ritme te zijn, maar wel een bepaald ritme van gooien. En dat ritme wil je zo min mogelijk onderbreken.

Dus als je goed kunt rekenen of de combinaties goed in je hoofd hebben zitten, dan hoef je je je ritme zo min mogelijk te onderbreken. Je ziet vaak dat spelers hun ritme moeten onderbreken en terug moeten stappen om te rekenen. Dan vragen ze het aan de scheidsrechter en gaan ze weer staan. Vaak missen ze dan. Dat heeft er puur mee te maken dat je uit je ritme aan het spelen bent.

Dus als speler, zeker als je een wat hoger niveau haalt, is het toch wel goed om in ieder geval het systeem in je hoofd te hebben. Als je op 99 staat, waar ga ik voor? En ook gewoon altijd hetzelfde systeem te pakken.

De keuze tussen triple 20 en triple 19 maakt niet zoveel uit. Dat is een vrije keuze. Als je maar altijd hetzelfde doet en ook van tevoren al weet wat je gaat doen.

Als ik een enkele 19 gooi, dan ga ik voor triple 20, dubbel 10 of voor twee keer tops. Ook dat is een keuze. Er zijn veel keuzes mogelijk, maar je moet je keuze niet maken op het moment dat je aan de oche staat, maar eigenlijk al van tevoren.

Maak je soms grappige dingen mee met dat callen of schrijven?

De spelers vinden het hartstikke leuk als een scheidsrechter een keer een foutje maakt. Daar word je echt wel mee gepest, ook achter de coulissen. Maar ik zeg altijd tegen de spelers: ik denk dat wij er minder maken dan jullie.

Er wordt ook wel een beetje heen en weer gepest als je het een speler moet vragen. Vaak roept een speler het ook nog wel naar je. En dan reken je het nog even snel na. Maar de keer daarna vraagt hij het weer aan jou en dan kun je hem weer een beetje terugpesten.

Maar grote dingen heb ik nooit eigenlijk meegemaakt. Dus ik heb nooit een wedstrijd gameshot geroepen terwijl dat niet zo was bijvoorbeeld.

Speel je zelf nog darts?

Ja, ik darts zelf. Ik speel in Delft, waar ik woon. Dat is de kleinste van de 26 lid-organisaties van de Nederlandse Dartsbond.

Ik speel daar in de hoogste divisie, de eredivisie. Maar daar vechten wij wel al jaren met succes tegen de degradatie. Maar wel voorlopig dus nog met succes. 😀

Welke dartspijlen gebruik je?

Ik gebruik pijlen van Bull’s Nederland. Ik heb ze al een jaar of tien, dus ze worden niet meer gemaakt. Ze lijken een beetje op Mervyn King darts, met van die inkepingen erin. Dat is omdat ik heel veel moeite heb om mijn vingers elke keer weer op de juiste punten op de dart te zetten. En met die inkepingen (‘scallops’) staan mijn vingers altijd op hetzelfde punt. Dan gooi ik ze nog steeds niet heel goed. Maar dan gooi ik ze in ieder geval allemaal hetzelfde niet goed. 😀

En hoeveel gram?

25 gram. Ik ben ervan overtuigd dat voor de wat minder geoefende spelers iets zwaardere pijlen beter zijn. Omdat je er gewoon constanter door speelt en de pijlen iets directer naar het bord toe gaan. Een zwaardere pijl is makkelijker weg te gooien dan een hele lichte pijl.

Ik werk zelf veel met professionals. Ik werk voor Bull’s Nederland en spelers die bij hen onder contract staan komen altijd langs mij. Dan analyseren we hun worp en hun setup en proberen dat op elkaar af te stemmen.

Ik heb bijvoorbeeld intensief gewerkt met Kim Huybrechts toen hij de overstap maakte van Unicorn naar Bull’s Nederland. Maar ook Andy Baetens en Mario Vandenbogaerde zitten bij ons. Dan gaan we samen kijken wat voor hen het beste is, niet alleen qua gewicht, maar ook qua lengte van barrels en dat soort dingen.

Nog een laatste vraag over het scoren. Wat vind je van initiatieven die proberen om het probleem van het schrijven mee op te lossen?

Ik heb je boekje snel doorgelezen, en de meeste tips die ik zou kunnen geven staan daar eigenlijk ook wel in. 79 ergens van afhalen lijkt heel ingewikkeld, maar optellen is makkelijker dan aftellen, dus haal er 100 vanaf en tel er 21 bij op. Dan is vaak je probleem al voor een groot deel weg.

Het is vaak de angst om het fout te doen die problemen veroorzaakt. Er zullen altijd mensen zijn die echt niet kunnen rekenen, door dyscalculie bijvoorbeeld. Maar dat hoeft je niet te hinderen bij het spelen. José De Sousa is een goed voorbeeld. Deze Portugees heeft al majors gewonnen bij de PDC, maar de man kan absoluut niet rekenen. Hij kent echter wel de systemen om uit te gooien. Hij hoeft niet te rekenen als hij op 86 staat, hij weet gewoon wat hij moet gooien.

Dus het is wel op te lossen, zelfs als je niet kunt rekenen. Maar goed kunnen rekenen kan je uiteraard wel helpen. Ik doe altijd de gevleugelde uitspraak: je kunt geen wedstrijden winnen door goed te rekenen, maar je kunt wel wedstrijden verliezen door slecht te rekenen.

Dat is een heel mooie uitsmijter. Ok, Jacques, dat was het dan. Dank je wel voor je tijd in ieder geval.

Graag gedaan en succes met het schrijven.


Het e-book Darts - makkelijk de score leren schrijven (boek in PDF formaat, leesbaar op elk toestel, geen e-reader nodig) is te vinden op deze website.


Lees ook deze interviews

Daniela Bata Bogdanov is marker voor de PDC. In 2019 maakte ze haar debuut op de World Cup of Darts en was daarmee de eerste vrouwelijke wedstrijd-offical op een groot TV PDC event.

Dave Joacim is een Belgische mastercaller met tal van podiumervaring zowel bij de PDC als op gewone tornooien. Hij verscheen ook als Mastercaller bij het TV-programma BV Darts